In 1948, wanneer Hassan, de dief van Bagdad, ontstaat, komt het sprookjesachtige en de fantastiek, in dit tweede gedeelte van zijn œuvre, naar voren. Naast het fantastische element zijn de verhalen van Hassan en Kaddoer ongetwijfeld een samenvloeien van de diverse motieven, die het werk van Laudy kenmerken. Niet alleen het avontuur en de sprookjeswereld komen in de Hassan-verhalen naar voren, maar ook het historische element (Soldaten van Napoleon) en de voorliefde voor Schotland (De Opdracht van Majoor Redstone).
Wat de helden betreft: uitgezonderd misschien het eerste verhaal dat meer voor de situering diende, krijgt Hassan later het uitzicht van een Don Quichotte, maar dan iets redelijker dan de held van Cervantes, terwijl Kaddoer wel helemaal de oosterse tegenhanger is van Sanço Pancha: rond, een beetje dom, ondoordacht, gulzig... maar al bij al twee onafscheidelijke vrienden die lief en leed samen delen en nu eens rechtvaardigheid doen gelden, dan weer hun goedheid ten toon spreiden en vervaarlijk op de bres springen...
Zoals boven vermeld: Hassan en Kaddoer sloegen wel in bij het publiek, maar blijkbaar
niet bij de redactie : in zulke mate zelfs dat Laudy soms ergelijke tegenkanting
ontmoette. Hoe dan ook, het leidde allemaal naar een vroegtijdige einde en an David
Balfour zou er tot in 1960 geen ander lang verhaal meer volgen... Laudy maakte toen een
welkome terugkeer in Kuifje met Hassan, bracht van deze reeks zelfs een verhaal
uit in Zonneland en tenslotte in Kuifje nog een laatste verhaal.
In de Heksentoer komt de sprookjesverteller aan bod, als onze vrienden verdwalen in
een insectenwereld terwijl in De Opdracht van Majoor Redstone het historische
element en de voorliefde voor Schotland aan de beurt komen.
Titels van alle verhalen (in chronologische volgorde)
1. De Dief van Bagdad
2. De Toverspiegel
3. Soldaten van Napoleon
4. De smaragden van de Conquistador
5. De Heksentoer
6. Jagers op fabeldieren
7. De Opdracht van Majoor Redstone
8. L'Amulette Suédoise (onafgewerkt)