Jacques Laudy, een van de hoofdfiguren uit de stripwereld, werd op 7 april 1907 in Brussel geboren. Afkomstig uit een hollandse artiesten familie - zijn vader, Jean Laudy, kunstschilder, zijn moeder, Hélène Demoulin, landschapschilderes en aquareliste - werd hij zelf ook kunstchilder : leerling o.a. van de beroemde schilder Constant Montald, die later ook een zekere René Magritte en Paul Delvaux als leerlingen had. Laudy had net zoals zijn vader een groot schilder kunnen worden. In feite is hij schilder: zowel zijn landschappen, als zijn historische taferelen en portretten getuigen van een klassiek academische opleiding; met daarbij onmiskenbaar de draai eigen aan zijn grafisch talent, waarmede hij zulke vermaardheid verwierf in de wereld van het beeldverhaal...
Begin jaren '20, toen hij nog in de Akademie voor Schone Kunsten te Brussel studeerde, sloot hij vriendschap met een van zijn medeleerlingen : Jacques van Melkebeke (later werd deze dan zijn scenarist alsook de redakteur van het weekblad Kuifje). Van Melkebeke stelde hem dan voor aan E.P. Jacobs en heel snel vormden zij een onverbreekbaar trio : in hun vrije tijd portretteerden zij elkaar (cfr. hieronder Laudy door Jacobs geportretteerd) en het ging zo ver dat Jacobs hen zelfs als model verkoos voor zijn eigen striphelden (Blake = Laudy, Mortimer = van Melkebeke).
Laudy debuteerde reeds in 1940 in BRAVO !, maar zou slechts in KUIFJE volledig tot ontplooiing komen. Laudy hoorde bij de allereerste tekenaars van het weekblad Kuifje : samen met Hergé, Jacobs en Cuvelier vulde hij de eerste nummers van dit striptijdschrift. Hij heeft zich zowel met het realistische als met het humoristische genre bezig gehouden. In het eerste genre tekende hij De legende der vier heemskinderen, David Balfour en Rob Roy. In het humoristische genre is van Laudy vooral zijn serie Hassan en Kaddoer bekend : de duizend-en-een-nacht-sfeer in deze oriëntalistische strip kreeg een bijzonder sprookjesachtig effekt door de prachtige pasteltinten van Laudy's schilderwerk.
Laudy was wel een der eersten die een enorm belang hechtte aan het kleurgebruik. Zozeer zelfs dat het lijnenspel in zijn
strips op de achtergrond raakte en zijn strips een opeenvolging van schilderijtjes leken. De warme, zachte pasteltinten
gaven het geheel steeds een unieke charme. Een goed voorbeeld hiervan is David Balfour, een schitterende strip naar de roman van Stevenson, waarbij
elk prentje een modelvoorbeeld van aquarelkunst was ; een ander groot thema van Laudy die we hier terugvinden is
Schotland.
Verder werkte Laudy ook nog voor ONS VOLKSKE, waarvoor hij een reeks Silhouetten tekende alsook de Legende der vier heemskinderen. In Silhouetten komen telkens twee personnages voor, de ene dik en de andere dun, soms als dikke vrienden dan weer als heftige ruziemakers, die iets weg hebben van "Laurel en Hardy". Door Laudy frisen origineel in een particuliere tekenstijl gebracht, blijkt dat hij ook op dit gebied een voorloper was. De vrienden van de kunstenaar wisten dat reeds, zijn afbrekers weten het nu ook.
Op 86-jarige leeftijd, meer precies op 28 Juli 1993, stierf Jacques Laudy. Hij liet ons echter een prachtig boek na, Het Rijk van Edgar J., een soort van biografie, waar zijn kinderjaren in Klemskerke worden beschreven en zijn vriendschap voor Jacobs en van Melkebeke en zelfs zijn eigen striphelden tussen beide komen.